Afhandelen in het zweeds

Vertaling: afhandelen, Woordenboek: nederlands » zweeds

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
zweeds
Vertalingen:
bebygga, sedimentera, reglera, lösa, bosätta sig, bosätta
Afhandelen in het zweeds
Verwante woorden
Andere Talen

Verwante woorden: afhandelen

afhandelen antoniemen, afhandelen betekenis, afhandelen duits, afhandelen engels, afhandelen erfenis, afhandelen talen woordenboek zweeds, afhandelen in het zweeds

Vertalingen

  • afhaken in het zweeds - haka, haka av, haka loss, unhook, kroka
  • afhalen in het zweeds - subtrahera, påräkna, blick, dröja, utseende, tåla, titta, ...
  • afhangen in het zweeds - bero, beroende, beror, är beroende, att bero
  • afhankelijk in het zweeds - avhängig, beroende, beror, beroende av, är beroende
Willekeurige woorden
Afhandelen in het zweeds - Woordenboek: nederlands » zweeds
Vertalingen: bebygga, sedimentera, reglera, lösa, bosätta sig, bosätta