Naamdag in het tsjechisch

Vertaling: naamdag, Woordenboek: nederlands » tsjechisch

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
tsjechisch
Vertalingen:
svátek, svátek má, jmeniny
Naamdag in het tsjechisch
Verwante woorden
Andere Talen

Verwante woorden: naamdag

naamdag anna, naamdag antoniemen, naamdag elisabeth, naamdag engels, naamdag esther, naamdag talen woordenboek tsjechisch, naamdag in het tsjechisch

Vertalingen

  • naald in het tsjechisch - ukazatel, stanovit, připnout, drát, hrot, připevnit, kolíček, ...
  • naam in het tsjechisch - uvést, pověst, nominovat, jmenovat, pojmenovat, ctít, nazývat, ...
  • naamgever in het tsjechisch - kmotr, kmotrem, kmotra, duchovní otec
  • naamloos in het tsjechisch - anonymní, bezejmenný, nejmenovaný, bezejmenná, bezejmenné, bezejmenných, beze jména
Willekeurige woorden
Naamdag in het tsjechisch - Woordenboek: nederlands » tsjechisch
Vertalingen: svátek, svátek má, jmeniny