Wonen in het duits
Vertaling: wonen, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
federnd, schuppen, verweilzeit, wohnen, lebendig, leute, bevölkern, baracke, volk, aktive, bevölkerung, bretterbude, hütte, bude, halten, leben, live, zu leben
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: wonen
actys wonen, antikraak wonen, begeleid wonen, beter wonen, direct wonen, wonen talen woordenboek duits, wonen in het duits
Vertalingen
- wondheelkunde in het duits - praxis, operation, chirurgie, Chirurgie, Operation, der Operation, Operationen
- wondteken in het duits - narbe, Narbe, Narben, scar
- woning in het duits - eigenheim, wohnsitz, anpassung, residenz, heimwärts, behausung, haus, ...
- woonplaats in het duits - ertragen, domizil, residenz, bleiben, wohnsitz, aufenthalt, wohnort, ...
Willekeurige woorden
Wonen in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: federnd, schuppen, verweilzeit, wohnen, lebendig, leute, bevölkern, baracke, volk, aktive, bevölkerung, bretterbude, hütte, bude, halten, leben, live, zu leben
Vertalingen: federnd, schuppen, verweilzeit, wohnen, lebendig, leute, bevölkern, baracke, volk, aktive, bevölkerung, bretterbude, hütte, bude, halten, leben, live, zu leben