Casal in het nederlands

Vertaling: casal, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
echtpaar, aanspannen, accolade, brug, span, koppel, duo, stelletje, paar, echtelieden, tweetal, stel, partner
Casal in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • casacão in het nederlands - mantel, bedekken, overjas, jas, deklaag, overcoat
  • casado in het nederlands - getrouwd, gehuwd, trouwde, trouwen, huwde
  • casamento in het nederlands - echt, huwelijk, echtverbintenis, keg, spie, bruiloftsfeest, bruiloft, ...
  • casar in het nederlands - trouwen, huwen, te trouwen, huw, Huwelijk
Willekeurige woorden
Casal in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: echtpaar, aanspannen, accolade, brug, span, koppel, duo, stelletje, paar, echtelieden, tweetal, stel, partner